En dan zit je opeens thuis.
Het overkomt bijna iedereen die overspannen raakt of op een andere manier crasht: gisteren zat je nog op je werk tegen de bierkaai te vechten, vandaag zit je thuis en wat je morgen doet weet je al helemaal niet. Een van de strengste regels bij overspannenheid is dat je je even helemaal niet meer bezig mag houden met je werk. Dat betekent dat je BAM van de ene op de andere dag je niet meer zorgen hoeft te maken over lopende projecten, overleggen, contacten met collega’s of buiten de deur, congressen, dienstreizen, acquisitie, urenregistratie of ontploffende mailboxen. Uiteraard is dit stiekem ook weer een extra stressfactor die je erbij krijgt (“maar hoe moet dat nou met dat ene project waar ik iets belangrijks voor aan het doen was?”) maar het zorgt er voor dat je afstand kan nemen, en dat is op zo’n moment essentieel. Bovendien is het een goeie oefening in leren loslaten: “Niemand is onmisbaar”, zoals mijn vader zaliger placht te zeggen. Dat is even wennen. Sommige mensen moeten door een pittige acceptatiefase voordat ze überhaupt aan tot rust komen, herstellen en wederopbouw kunnen beginnen. Heel vaak willen we meteen al met dat laatste beginnen: wat kan ik doen om alles weer als vanouds te laten functioneren? Als dat je houding is in de crash-fase dan kan je daar een tijdje blijven hangen, want met “zo snel mogelijk terug naar de oude situatie” wordt je natuurlijk niet beter. Daar gaat het immers om: letterlijk beter worden. In de oude situatie liepen er blijkbaar allerlei dingen niet lekker, wat leidde tot een crash. Dus is het tijd voor verandering, in de hoop dat je er als versie 2.0 uitkomt. Je blijft jezelf, maar sommige scherpe kantjes kan je bijschaven of voor sommige patronen kan je andere reacties aanleren. Je karakter is niet veranderbaar, aangeleerd gedrag wel (tot op zekere hoogte). Oké ik heb een probleem. Wat nu? Voor mij was accepteren heel simpel: ik had een paniekprobleem dat uit de klauwen liep en daar moest iets aan veranderen. Stel dat je net als ik hebt geaccepteerd dat er wat mis is en dat je een weg te gaan hebt. Op dat moment willen de meeste mensen het liefst hard aan de slag, stappen maken, iets doen. En dat kan niet. Meestal heb je namelijk dermate sterk roofbouw op je lichaam en/of geest gepleegd dat je eerst moet herstellen voordat je verder kan. Je moet daadwerkelijk even stil staan – en soms raak je daarvan nog wat dieper in de dip. Dat is niet erg, dat hoort er soms bij. Vergelijk het met een marathonloper die zichzelf overtraint en voor de finish genadeloos instort; die kan niet de volgende dag met een nieuw trainingsschema beginnen. Zo kreeg ik van een SPV’er [1] te horen dat ik maar eens moest beginnen met een dagelijks uurtje middagrust. Watte? Het bleek een van de beste adviezen die ik in die begintijd gehad heb. Net als de acceptatie, is de herstelfase iets waar we in onze flitsmaatschappij niet gemakkelijk aan toe kunnen geven. Je moet even niets doen. Veel slapen. Geen verplichtingen. Voor mij werkte dit goed, maar ik heb het geluk dat ik weet dat bewegen goed voor me is (klimmen, wandelen, fietsen) en dat ik dat ook graag doe, en daarnaast kan ik genieten van puzzelen, lezen, koken en films kijken, wat ideaal is als je in een zwart gat van tijd terecht komt. Ik ken leeftijdsgenoten die hier wel problemen mee hebben: zo gewend als we zijn om van alles te plannen en altijd ergens mee bezig te zijn, raken sommigen in de stress van stil thuis zitten. Tekenend was de uitspraak van een vriendin die werkloos thuis zat (zonder burn-out, gewoon omdat het onmogelijk was een baan te vinden met haar achtergrond): “Ik vind het heel gênant als mensen vragen wat ik dan de hele dag doe. Wat moet ik dan antwoorden?”. Nou, mijn dagen zagen er ongeveer zo uit: 10:00 wekker (want ik sliep 10-11u per nacht) 10:00-11:00 rustig ontbijten + krant lezen 11:00-12:00 iets in huis, bijv. schoonmaken, kapstok ophangen, enz. 12:00-13:00 puzzelen/boek lezen 13:00-14:00 middagrust 14:00-15:00 beetje wakker worden, nog meer lezen 15:00-16:00 boodschappen doen 16:00-17:00 puzzelen/boek lezen 17:00-22:00 lekker koken voor vrienden en daarna film of klimmen (of op alleenavonden: afwassen en boekje lezen). Zo vliegen je dagen wel voorbij hoor! Op zo’n standaarddag had ik dus 3x een uurtje om een boek te lezen – dit waren nog niet eens de dagen dat ik naar de psycholoog mocht (fietsen + 1u praten + herkauwen na afloop = weer een paar uur) of waarop de SPV’er een uurtje langs kwam. Pas na een tijdje ontdekte ik dat mijn dagen zo hard voorbij vlogen omdat ik altijd uitgebreid kookte (ik had immers tijd) en omdat ik mezelf te nuttig maakte met organisatorische klimdingen (T-shirts uitzoeken voor het NSK? Ik kan wel overdag hoor!). Op basis van mijn bescheiden praktijkervaringen durf ik te stellen dat dit een patroon is waar veel overspannen en werkloze jongeren in belanden. Het feit dat je geen werk hebt wil niet zeggen dat je een luie donder bent. En zelfs al ben je lui, dan is dat soms ook gewoon een teken dat je lichaam even rust nodig heeft – herstelfase, weet je nog? Trainingsschema Heb je lang genoeg gerust, dan wordt het langzaamaan tijd om met de structurele activiteiten aan de slag te gaan. Hoe lang “lang genoeg” is, verschil per persoon; het duurt gemiddeld een paar weken tot een paar maanden. Structurele activiteiten kunnen o.a. therapie, praten met vrienden, mediteren, enzovoorts zijn. Daarnaast is het essentieel om de structuur in je leven weer op te bouwen, en dat is voor de meeste mensen werk. Er zijn boeken vol geschreven over alle aspecten van werk en psyche dus daar ga ik niet over uitweiden. Het basisprincipe van re-integratie is “altijd onder je max blijven”. Toen ik weer begon met werken, mocht ik alleen zoveel werken als ik makkelijk aan kon. Daarbij mochten geen stressvolle projecten zitten, geen harde deadlines, geen hoofdpijnissues en geen hoge verwachtingen. Bovenal moest ik dingen doen waar ik blij van werd en die me energie gaven. Dit was een goede manier om mezelf opnieuw uit te vinden en te herontdekken waar ik goed in ben en blij van word - waardoor ik automatisch als stabiele en sterke werknemer terugkeerde op de werkvloer. Ik heb een geweldige baas die hier streng op toe zag. Ik ben er van overtuigd (en zo spreekt ook de literatuur) dat dit de enige manier is om goeie werknemers weer gezond terug op de werkvloer te krijgen. Om deze visie in de praktijk te brengen op de werkvloer is wel langetermijnvisie nodig. Helaas ken ik ook verhalen van mensen die zo snel mogelijk weer flink aan de slag moesten van hun baas, omdat die een wat kortere termijnvisie had dan de mijne. Onnodig te zeggen dat deze aanpak geen succes was – mensen raakten korte tijd later in een nog grotere dip, omdat ze voor de tweede maal faalden. Als je het werken verstandig opbouwt en ook aandacht besteed aan bijkomende en onderliggende factoren, dan komt vanzelf het moment dat je weer 100% van je contracturen maakt en dat alles eigenlijk wel weer loopt zoals het hoort. Je hebt structureel dingen veranderd, je hebt je energie terug en je weet beter wat goed voor je is. Collega’s vragen: “Ben je nu weer eigenlijk helemaal hersteld?” Beter? "100% gezond" bestaat volgens mij per definitie niet. Er blijft altijd wel iets in je leven wat niet lekker loopt en als je beweert dat alles geweldig goed gaat, misken je de inherente imperfecties van het bestaan en de kleine problemen die er altijd mogen zijn. Ja, ik draai weer op volle kracht mee in de werkmolen en ik kan stresssituaties en hoofdpijnprojecten weer aan. Wat ik erbij gekregen heb is een praktische radar voor potentiële superstressfactoren en de kennis en kunde hoe ik daarmee om moet gaan, zowel als individu als samen met mijn naaste collega’s. Ik kan beter voelen wat er met me gebeurt en mijn collega’s vragen wat vaker of een bepaalde activiteit wel oké is en of het niet beter anders kan. Werken met aandacht voor jezelf en elkaar, dat is iets waar iedereen baat bij heeft, ook als je (nog) niet overspannen bent. Zeker in deze tijdsperiode, waarin we steeds sterker gestimuleerd worden om zo snel mogelijk en dus jong af te studeren, terwijl we nog vele jaren zullen doorwerken [2], is het belangrijk om een gezonde en prettige modus vivendi te vinden. Ik ben blij dat een tijdje lappenmand me zoveel geleerd heeft en dat wens ik iedereen toe. Natuurlijk is het fijn als dat zonder crash & lappenmand kan, maar ook dat is geen onoverkomelijke ramp. Het wordt alleen maar beter. [1] SPV’er = Sociaal-Psychiatrisch Verpleegkundige. Meer hierover in mijn verhaal over de psychiatrische crisisopvang: http://dwwddd.weebly.com/verhalen/crisisopvang. [2] Als je braaf je studie doet in 4 jaar ben je 22 als je afstudeert; laten we zeggen dat we straks tot begin 70 moeten doorwerken; 22 tot 72 = ~50 jaar.
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |