In de crisisopvang arriveren mensen van alle leeftijden en allerlei achtergronden: van doorgedraaide huismoeders tot regelmatig terugkerende autisten op leeftijd. Van twintigers hebben we echter vaak een rooskleurig beeld: jonge mensen in de kracht van hun leven, studerend of vol enthousiasme werkend, verliefd en zelfstandig. Jonge soldaten zijn het - en ze redden het niet altijd. Clubje in de crisisopvang Als twintiger behoor je tot de jonkies in de crisisopvang, want alles onder de achttien zit nog bij de Jeugdzorg. Toen ik in Nieuwegein in de crisisopvang kwam [2], vormden de andere jonkies en ik automatisch een drie-eenheid. Het gaf een bijzondere band, met twee mensen die enerzijds in precies hetzelfde schuitje (levensfase) zaten als ik, en anderzijds totaal andere problematiek (oorzaken/ziekte) hadden. Met die twee heb ik snelpuzzelrecords gebroken, de sleur doorbroken met appelflappen bakken (“oja er zijn geen scherpe messen hier, maar ik heb er wel eentje op mijn kamer voor je hoor”), eendjesoorlogen veroorzaakt en privéconcerten op de valse piano gespeeld. Verder leven Na twee weken mocht ik weg uit Nieuwegein omdat ik veel te gezond was naar de GGZ-maatstaven. Zij moesten nog een tijdje blijven, met een ander traject voor de boeg. Na “Nieuwegein” heb ik ze nog een paar keer gezien. We hebben een nieuw puzzelrecord gezet, een biertje gedronken als gewone studenten en uitgebreid hulpverleners geëvalueerd. Daarna liepen onze werelden uit elkaar. Een tijdje terug het bericht op facebook. Één van mijn twee matties is er niet meer. Zelfmoord. Van gedachte tot daad Als klimmer ben ik het gek genoeg wel gewend dat jonge mensen kunnen overlijden, maar dit is van een ander kaliber. Jaarlijks denken circa een half miljoen Nederlanders aan zelfmoord, bijna honderdduizend doen een poging en 1500 slagen hier ook in [3]. Iedereen die in de crisisopvang zit, wordt zich extra bewust van dit stille gevaar, want er loopt altijd wel iemand rond die daar belandt is vanwege een poging. Soms is er zelfs een vrij bizar “en hoe heb jij het geprobeerd dan?”-koffiegesprek. Erg nuttig in het verwerkingsproces overigens, want zulke rauwe en directe gesprekken heb je meestal niet met je familie en vrienden. Voor de mensen om je heen, vind ik zelfmoord één van de asociaalste dingen die je in je leven kunt doen (uitzonderingen daargelaten [4]), en ik denk dat veel mensen dat met mij eens zijn. Ook zelfmoordenaars. Dat ze het tóch doen, zegt iets over hoe zwaar het ze valt. Het kan gebeuren, maar we hopen allemaal dat het niet hoeft. Dat hij er wel voor is gezwicht, is door en door triest. In gedachten We zijn allemaal onvrijwillige soldaten in de gekke wereld die dagelijks leven heet, en iedereen heeft een eigen strategie. Ik vecht niet meer, ik leef gewoon en geniet van wat kan. Hij heeft het niet zo ver gered. In mijn gedachten blijft hij voor mij leven, in die korte periode die we doorbrachten onder zulke rare omstandigheden. De herinneringen hebben een extra betekenis gekregen: er voor elkaar zijn. Zijn. Naschrift: praten over zelfmoord(-gedachten) kan heel gemakkelijk via 113, zowel telefonisch als online (www.113online.nl). Er is ook een forum en aandacht voor nabestaanden. [2] Zie: http://dwwddd.weebly.com/verhalen/crisisopvang.
[3] Bron: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/leven/53023-zelfmoord-zelfdoding-of-suicide-hulp-en-preventie.html. [4] Bijvoorbeeld de recente zelfmoord van de bejaarde Gonnie en Frans-Jozef van der Heijden. Lees: www.nrc.nl/nieuws/2016/10/24/oud-cda-kamerlid-van-der-heijden-met-partner-uit-het-leven-gestapt-a1528170.
1 Reactie
|