Het afgelopen half jaar heb ik hard gewerkt aan een gezond en gebalanceerd leven. Niet omdat ik een topsporter wil worden, maar omdat ik mijn 70e wil halen zonder al teveel emotionele achtbanen. In mijn geval, met een paniekstoornis, betekent dat dat ik een aantal dingen moet aanpassen, moet blijven opletten en sommige dingen niet moet doen. Saai? Integendeel. Migraine Vergelijk het met iemand die snel last heeft van migraine, of iemand die niet tegen alcohol kan: als je zo in elkaar zit, wéét je dat teveel stress of gezellige biertjes z’n weerslag zal hebben. Je kan een leuk leven hebben als je er gestructureerd rekening mee houdt. Doe je dat niet, dan verveel je jezelf en je vrienden met heel veel hoofdpijn en gezeur. Bij mij gaat het ongeveer net zo. Het lijkt eigenlijk best wel op migraine; als ik teveel stress heb of me slap voel, wordt ik vatbaarder voor paniekaanvallen en angstgedachten. Ik begin er meer en meer achter te komen wat ik wel of niet moet doen, welke voorzorgsmaatregelen ik moet nemen en wat ik moet doen als ik merk dat ik al een stap te ver ben gegaan. Het betekent dat ik regelmatig probeer te leven, dus goed letten op mijn slaap- en eetritme, voldoende bewegen, voldoende buitenlucht, een dagboek bijhouden en yoga. Het betekent rekening houden met het plannen van vakanties, bijvoorbeeld dat ik altijd een slaapplek voor mezelf moet hebben en een escape-optie voor als ik me niet lekker voel. Het betekent stress vermijden en rust inbouwen. Echt niet saai? Ja, af en toe een biertje afslaan alhoewel het nog zo gezellig was, dat is soms jammer. Ik weet wat de prijs is voor teveel bier of te weinig nachtrust en dat voelt zwaarder dan een kater, dus reden genoeg om het niet te doen. Verder is het het tegenovergestelde van saai: het geeft me juist een kick als ik merk dat ik verstandig bezig ben en zonder kleerscheuren toffe dingen kan doen. Zoals nu, twee dagen na het NSKB [1]. Ik heb van tevoren een dagje vrij geregeld. In tegenstelling tot mijn studerende commissiegenoten heb ik vandaag heerlijk uitgeslapen en een paar uurtjes gewandeld. Lekker meditatief en fijn om een beetje te bewegen en buitenlucht te snuiven. Leef met mate, geniet optimaal Gezond leven klinkt als een heleboel dingen niet doen, maar dat is het juist niet. Ik leer elke dag, elke week hoe ik daarentegen allerlei dingen wel kan doen. Leef met mate, geniet optimaal. Gezond leven betekent ook niet dat ik geen stressvolle dingen mag doen – ik moet er alleen even drie keer over nadenken hoe ik ze aanpak. Neem het NSKB. Een evenement voor 140 deelnemers, inclusief gasten en vrijwilligers 200 monden die gevoed moeten worden, 7 maanden voorbereidingstijd en dat alles resulteert in één dag knallen. Een goed plan in een stress-arm dieet? Die vraag heb ik meermaals gekregen en meermaals ook aan mezelf gesteld. Bijna altijd kwam ik uit op ja, mits je het goed aanpakt. En dat heb ik (meestal) gedaan, denk ik. Duurzaam plannen Stressvolle dingen doen kan als je ze een beetje met beleid aanpakt. Zo ruimde ik bijvoorbeeld serieus tijd in voor dit vrijwilligerswerk. Mijn motto is: “ik werk 4 dagen op kantoor en dus is er 1 dag over voor andere activiteiten”. In deze periode heb ik dan ook mijn vrijwilligerswerk als kliminstructeur laten liggen. Mijn andere tijdmaatregel was om de dag voor en de dag na het NSKB-weekend verlof te nemen om optimaal [2] te herstellen – wat niet weglaat dat ik er van uit ga dat ik hier nog een week van moet bijkomen, dus ga ik lekker op halve kracht sociaal doen deze week. Slik als het nodig is In de week voorafgaand aan het NSKB had ik moeite met slapen: ondanks al mijn rustige-avond-truukjes bleef mijn hoofd maar stug doorwerken. Op dat moment maakte ik de afweging: doorgaan met slecht slapen en daar de slechte vruchten van plukken, of medicatie slikken die voor dit soort momenten bedoeld is en me een lichte kater op gaat leveren. Ik zeg niet dat je altijd zomaar pilletjes moet slikken – dit is voor mij een uitzondering. Eentje die ik noodzakelijk acht in het grotere plaatje. Dat ik de week zonder heftige paniekaanvallen doorgekomen ben beschouw ik als een bevestiging van de juistheid van die inschatting. Hou je geluk in eigen hand Tijdens de NSKB-dag zelf hield ik rekening met m’n eten; ik had bijvoorbeeld een bakje noedels mee, zodat ik goed gevoederd en volledig onafhankelijk van andere factoren was om de avond te overleven (supertip van Veerle!). Tussen de middag had ik een uurtje slaap ingepland, inclusief alle noodzakelijke voorwaarden: een rustig plekje waar niemand kwam, telefoon uit, vreantwoordelijkheden overgedragen (Jorn: “Nu snap ik waarom Eli het zo druk heeft steeds”), matje en slaapzak geleend (dankje Elsa), muziekje in m’n oren tegen de achtergrondruis. Ik heb niet geslapen, maar het hielp wel. Bij mijn muziek ben ik thuis. Stop op je hoogtepunt Tot slot besloot ik het feestje niet af te maken; na de finales (nou ja, na het opruimen – om middernacht dus) besloot ik heel saai naar huis te gaan. Ik wilde nog wel feesten, maar dat was teveel geweest. De dag had me genoeg gesloopt en genot opgeleverd. Count your blessings. Maak van je valkuil je talent Dat is ook het gevoel dat achteraf bij mij overheerst. Wat gaaf dat we zo’n groot evenement hebben kunnen neerzetten waarvan zoveel mensen hebben kunnen genieten en dat het bijna [3] allemaal goed liep! Sommige mensen hebben een talent dat ook hun valkuil is, maar bij mij werkte het omgekeerd: mijn non-stop nadenkende hoofd was voor een dagje niet onhandig, maar buitengewoon praktisch. PS: Vond je dit verhaal leuk? Misschien vind je deze dan ook leuk: Better than chocolate: 9 elementen van lekker leven. [1] Nederlands Studenten Kampioenschap Boulderen. Zie www.nskb.climbing.nl
[2] Leerpuntje van afgelopen jaar: bijkomen doe je niet in één dag. Daar heb je meer tijd voor nodig. [3] Afgezien van…een foutje bij het bestellen van de shirts, problemen met het verwerken van de kwalificatiescores zodat de finale ruim een half uur uitliep en een in mijn perfectionistische ogen nogal chaotische prijsuitreiking. Maar ach, 140 blije gezichten op de foto's, daar doe ik het voor.
0 Reacties
Wat is dat nou, die KelSAC? Is dat een Studenten Alpen Club? Maar jullie zijn toch helemaal geen studenten meer? Er waar staat "Kel-" dan voor, welke stad is dat? Dit zijn vragen die we vaak te horen krijgen. We, dat zijn Kelvin, Menno, Mieke, Rik, Tom en ik. Tijd om eens het verhaal te vertellen van de KelSAC lijkt me. Het begon allemaal op een intersacciale wintervakantie in de Calanques. ’s Avonds op de koude, donkere camping werd al binnen een paar dagen duidelijk wie er “snel & saai” of “speciaal en smullen” wilde eten. Menno en ik wilden graag mooie visjes en ander lekkers uit de Franse hypermarché, Catho was vega dus die ruilden we tegen Mieke die wel iets anders lustte dan elke dag pasta rode saus. Kelvin was de ASAC een paar dagen vooruit gereisd en sloot zich vanzelfsprekend aan. Toen de ASAC eenmaal arriveerde en halfgare hutspot ging maken met uit Nederland meegenomen aardappels, bleef Kelvin liever bij ons. Na een paar dagen zorgde dat voor wat roering. “Dan richt je toch je eigen SAC op, KelSAC!” werd er geroepen. Hiermee was de KelSAC geboren, want geen naam is beter dan een geuzennaam. Op 4 januari 2008 spoot Catho met spuitsneeuw deze naam op de ASAC-bus en toen was er geen weg meer terug. Terug in Nederland besloten we nog eens lekker te gaan koken – een zevengangendiner inclusief zelfgemaakte tortelinni, zelfgebogen amusevorken en heel veel wijn. Vanzelfsprekend besloten we ook Rik Boss hiervoor uit te nodigen. Een prachtige traditie was geboren: een paar keer per jaar startte iemand weer de maildiscussie over koken, locatie en thema. De eerste weekenden waren chaotisch, werden gekookt in studentenkeukens met weinig ruimte, het servies bestond uiteen allegaartje en we zaten steevast pas om half drie ’s nachts aan het dessert. In de loop der tijd begonnen er vaste patronen te ontstaan. Ongeveer een weekje van tevoren beginnen we per mail of app te discussiëren over een random thema zoals Roze, Vet Alpien, Koffie, Sterren en Vulkanisch. De thema’s zijn een prachtig excuus om mooie gerechtjes bij elkaar te bedenken in de zee van mogelijkheden. Een KelSAC-weekend begint doorgaans met een uitgebreide lunch in de stad van handeling; daarbij brainstormen we over de mogelijke gerechten, bladeren door kookboeken of zoeken receptjes of ideeën op internet. Op een bepaald punt schrijft Mieke, onze onofficiële abactis [1], de boodschappenlijst uit. Daarna gaan we op pad, lekker naar de markt, de kaasboer, wijnboer, delicatessenwinkeltjes en de supermarkt voor de rest. Tegen een uurtje of vijf zijn we thuis, schenken een eerste glas in en gaan aan de slag met de voorbereidingen. Mijn behoefte aan overzicht heeft ervoor gezorgd dat ik iedere keer een mooie menukaart aan het schrijven ben – meestal op de meest lelijke ansichtkaart die we konden vinden en die bij het thema paste. Rond een uur of zeven à acht gaan we aan tafel voor de amuses en daarna tafelen we lekker verder; steeds zijn er twee mensen die een gang “afmaken”, terwijl de rest aan tafel zorgt dat de wijn op komt. Na jaren volharding heb ik de rest ondertussen zo ver dat we éérst dessert eten en daarna pas de kaasplank doen – want daar kan je lekker eeuwig bij natafelen. Het zou zonde zijn van al die gesmolten chocola [2] als je begint met de kaasplank en het dessert vergeet. Na een paar jaartjes en een tiental KelSAC-weekenden besloten we dat het tijd was om Tom te vragen of hij mee wilde doen. Tom was immers een ervaren rot in de SAC-wereld, kon gezellig kletsen en had een passie voor lekker kokerellen - kortom, het perfecte KelSAC-lid. Tom had natuurlijk de pech dat hij hiermee jarenlang onze feut zou blijven, want met een gemiddelde nieuwe ledeninstroom van 1 nieuw lid per 5 jaar schiet het natuurlijk niet op. Gelukkig doen we niet aan ontgroeningen en werken we solidair samen met afwassen en andere taken. Onze taakverdeling verloopt altijd heel organisch: als we beginnen met koken gaat iedereen gewoon doen waar hij/zij zin in heeft. Om een zevengangendiner in een paar uur op tafel te krijgen heb je wel wat planvaardigheden nodig en daarom stemmen we natuurlijk wel af wat we gaan doen, en wanneer. Iedereen heeft wel een beetje zijn specialisatie: Mieke is goed met grote stukken vlees, ik doe vaak toetjes en garneringen, enzovoorts. Je moet mij niet vragen om lamsbout lekker te bereiden en je moet Rik niet vragen om een recept te volgen. Samen krijgen we het voor elkaar om iets moois op tafel te zetten! Naast een kleine twintig KelSAC-weekenden hebben we de afgelopen jaren nog wat meer activiteiten georganiseerd. Er is een KelSAC-expeditie naar Corsica geweest met veel regen en lekker eten, een KelSAC-examenweekend (waarbij 3 KelSAC-leden overdag SKB- en SKI-examens beoordeelden, en we ’s avonds een zevengangendiner op de camping kookten), Meet-The-Parents weekendjes en een actieveledenuitje (naar het blindenrestaurant in Amsterdam [3]). We zitten niet alleen maar met ons eigen clubje aan tafel - we hebben we ook een stiekeme pedagogische missie. Vaak hebben we het gehad over het NSAC-kookboek dat we zouden schrijven, getiteld “Nooit meer pasta rode saus”. Helaas is dit kookboek er nooit gekomen, dat had iets te maken met de vele nevenactiviteiten van de gemiddelde KelSAC’er (SAC-bestuurder, opleidingscommissie, wedstrijdklimmer, fanatiek buitensporter, ...). Waar we wel tijd voor vonden, was het incidenteel cateren van grote SAC-evenementen. We hebben op een aantal NSK(B)’s, diessen en indelingsdagen geprobeerd om lekker grotegroepenvoedsel te bereiden in plaats van suffe hap. Meestal trekt Kelvin deze klussen, vaak samen met mij, soms met hulp van de anderen erbij. Komend NSKB (12 december 2015 in Sterk) zijn we weer van de partij! Terug naar de beginvraag: zijn we nou een echte SAC? Eigenlijk niet, want technisch gezien zijn alle Studenten Alpen Clubs aangesloten bij de NSAC, staan open voor alle leden (no way!), zouden toch minimaal één studerend lid moeten hebben en nog wat van dat soort reglementaire details. We noemen onszelf meestal een intersacciaal genootschap, want dat zijn we nog steeds: GSAC-, ASAC-, USAC-, NijSAC-, MaasSAC- en TSAC-bloed stroomt door onze gelederen. We hebben dus wel een warme relatie met de SAC's. Zoals het een SAC betaamt, hebben we een eigen NSAC-mailadres [4], facebookpagina [5], vlag (namelijk ons afschuwelijk lelijke tafelkleed) en logo. We hebben zelfs een dispuut (het damesdispuut) - althans zo noemen we het als Mieke en ik weer eens rustig koffie gaan drinken zonder de boys. Tot slot hebben we dat wat een SAC een echte SAC maakt: het unieke KelSAC-ei, met noten en de restjes van de kaasplank. We hebben alleen geen lied, want we draaien alleen suffe instrumentele klassieke muziek tijdens het eten, die de goeie gesprekken niet overstemt. Want dat is natuurlijk het belangrijkste van zevengangendiners! [1] Aangezien we geen ALV’s en geen ledenlijst hebben, is dat verder de enige abactis-taak.
[2] Volgens de heren is een KelSAC-weekend niet volledig als ik niet een keer chocola heb staan smelten (au bain-marie natuurlijk). [3] Zie: www.ctaste.nl/ [4] Je kan ons bereiken op kelsac apestaartje nsac punt climbing punt nl! [5] Op de hoogte blijven? Like ons: https://www.facebook.com/kelsac.nl/?ref=bookmarks. |