Wat is dat nou, die KelSAC? Is dat een Studenten Alpen Club? Maar jullie zijn toch helemaal geen studenten meer? Er waar staat "Kel-" dan voor, welke stad is dat? Dit zijn vragen die we vaak te horen krijgen. We, dat zijn Kelvin, Menno, Mieke, Rik, Tom en ik. Tijd om eens het verhaal te vertellen van de KelSAC lijkt me. Het begon allemaal op een intersacciale wintervakantie in de Calanques. ’s Avonds op de koude, donkere camping werd al binnen een paar dagen duidelijk wie er “snel & saai” of “speciaal en smullen” wilde eten. Menno en ik wilden graag mooie visjes en ander lekkers uit de Franse hypermarché, Catho was vega dus die ruilden we tegen Mieke die wel iets anders lustte dan elke dag pasta rode saus. Kelvin was de ASAC een paar dagen vooruit gereisd en sloot zich vanzelfsprekend aan. Toen de ASAC eenmaal arriveerde en halfgare hutspot ging maken met uit Nederland meegenomen aardappels, bleef Kelvin liever bij ons. Na een paar dagen zorgde dat voor wat roering. “Dan richt je toch je eigen SAC op, KelSAC!” werd er geroepen. Hiermee was de KelSAC geboren, want geen naam is beter dan een geuzennaam. Op 4 januari 2008 spoot Catho met spuitsneeuw deze naam op de ASAC-bus en toen was er geen weg meer terug. Terug in Nederland besloten we nog eens lekker te gaan koken – een zevengangendiner inclusief zelfgemaakte tortelinni, zelfgebogen amusevorken en heel veel wijn. Vanzelfsprekend besloten we ook Rik Boss hiervoor uit te nodigen. Een prachtige traditie was geboren: een paar keer per jaar startte iemand weer de maildiscussie over koken, locatie en thema. De eerste weekenden waren chaotisch, werden gekookt in studentenkeukens met weinig ruimte, het servies bestond uiteen allegaartje en we zaten steevast pas om half drie ’s nachts aan het dessert. In de loop der tijd begonnen er vaste patronen te ontstaan. Ongeveer een weekje van tevoren beginnen we per mail of app te discussiëren over een random thema zoals Roze, Vet Alpien, Koffie, Sterren en Vulkanisch. De thema’s zijn een prachtig excuus om mooie gerechtjes bij elkaar te bedenken in de zee van mogelijkheden. Een KelSAC-weekend begint doorgaans met een uitgebreide lunch in de stad van handeling; daarbij brainstormen we over de mogelijke gerechten, bladeren door kookboeken of zoeken receptjes of ideeën op internet. Op een bepaald punt schrijft Mieke, onze onofficiële abactis [1], de boodschappenlijst uit. Daarna gaan we op pad, lekker naar de markt, de kaasboer, wijnboer, delicatessenwinkeltjes en de supermarkt voor de rest. Tegen een uurtje of vijf zijn we thuis, schenken een eerste glas in en gaan aan de slag met de voorbereidingen. Mijn behoefte aan overzicht heeft ervoor gezorgd dat ik iedere keer een mooie menukaart aan het schrijven ben – meestal op de meest lelijke ansichtkaart die we konden vinden en die bij het thema paste. Rond een uur of zeven à acht gaan we aan tafel voor de amuses en daarna tafelen we lekker verder; steeds zijn er twee mensen die een gang “afmaken”, terwijl de rest aan tafel zorgt dat de wijn op komt. Na jaren volharding heb ik de rest ondertussen zo ver dat we éérst dessert eten en daarna pas de kaasplank doen – want daar kan je lekker eeuwig bij natafelen. Het zou zonde zijn van al die gesmolten chocola [2] als je begint met de kaasplank en het dessert vergeet. Na een paar jaartjes en een tiental KelSAC-weekenden besloten we dat het tijd was om Tom te vragen of hij mee wilde doen. Tom was immers een ervaren rot in de SAC-wereld, kon gezellig kletsen en had een passie voor lekker kokerellen - kortom, het perfecte KelSAC-lid. Tom had natuurlijk de pech dat hij hiermee jarenlang onze feut zou blijven, want met een gemiddelde nieuwe ledeninstroom van 1 nieuw lid per 5 jaar schiet het natuurlijk niet op. Gelukkig doen we niet aan ontgroeningen en werken we solidair samen met afwassen en andere taken. Onze taakverdeling verloopt altijd heel organisch: als we beginnen met koken gaat iedereen gewoon doen waar hij/zij zin in heeft. Om een zevengangendiner in een paar uur op tafel te krijgen heb je wel wat planvaardigheden nodig en daarom stemmen we natuurlijk wel af wat we gaan doen, en wanneer. Iedereen heeft wel een beetje zijn specialisatie: Mieke is goed met grote stukken vlees, ik doe vaak toetjes en garneringen, enzovoorts. Je moet mij niet vragen om lamsbout lekker te bereiden en je moet Rik niet vragen om een recept te volgen. Samen krijgen we het voor elkaar om iets moois op tafel te zetten! Naast een kleine twintig KelSAC-weekenden hebben we de afgelopen jaren nog wat meer activiteiten georganiseerd. Er is een KelSAC-expeditie naar Corsica geweest met veel regen en lekker eten, een KelSAC-examenweekend (waarbij 3 KelSAC-leden overdag SKB- en SKI-examens beoordeelden, en we ’s avonds een zevengangendiner op de camping kookten), Meet-The-Parents weekendjes en een actieveledenuitje (naar het blindenrestaurant in Amsterdam [3]). We zitten niet alleen maar met ons eigen clubje aan tafel - we hebben we ook een stiekeme pedagogische missie. Vaak hebben we het gehad over het NSAC-kookboek dat we zouden schrijven, getiteld “Nooit meer pasta rode saus”. Helaas is dit kookboek er nooit gekomen, dat had iets te maken met de vele nevenactiviteiten van de gemiddelde KelSAC’er (SAC-bestuurder, opleidingscommissie, wedstrijdklimmer, fanatiek buitensporter, ...). Waar we wel tijd voor vonden, was het incidenteel cateren van grote SAC-evenementen. We hebben op een aantal NSK(B)’s, diessen en indelingsdagen geprobeerd om lekker grotegroepenvoedsel te bereiden in plaats van suffe hap. Meestal trekt Kelvin deze klussen, vaak samen met mij, soms met hulp van de anderen erbij. Komend NSKB (12 december 2015 in Sterk) zijn we weer van de partij! Terug naar de beginvraag: zijn we nou een echte SAC? Eigenlijk niet, want technisch gezien zijn alle Studenten Alpen Clubs aangesloten bij de NSAC, staan open voor alle leden (no way!), zouden toch minimaal één studerend lid moeten hebben en nog wat van dat soort reglementaire details. We noemen onszelf meestal een intersacciaal genootschap, want dat zijn we nog steeds: GSAC-, ASAC-, USAC-, NijSAC-, MaasSAC- en TSAC-bloed stroomt door onze gelederen. We hebben dus wel een warme relatie met de SAC's. Zoals het een SAC betaamt, hebben we een eigen NSAC-mailadres [4], facebookpagina [5], vlag (namelijk ons afschuwelijk lelijke tafelkleed) en logo. We hebben zelfs een dispuut (het damesdispuut) - althans zo noemen we het als Mieke en ik weer eens rustig koffie gaan drinken zonder de boys. Tot slot hebben we dat wat een SAC een echte SAC maakt: het unieke KelSAC-ei, met noten en de restjes van de kaasplank. We hebben alleen geen lied, want we draaien alleen suffe instrumentele klassieke muziek tijdens het eten, die de goeie gesprekken niet overstemt. Want dat is natuurlijk het belangrijkste van zevengangendiners! [1] Aangezien we geen ALV’s en geen ledenlijst hebben, is dat verder de enige abactis-taak.
[2] Volgens de heren is een KelSAC-weekend niet volledig als ik niet een keer chocola heb staan smelten (au bain-marie natuurlijk). [3] Zie: www.ctaste.nl/ [4] Je kan ons bereiken op kelsac apestaartje nsac punt climbing punt nl! [5] Op de hoogte blijven? Like ons: https://www.facebook.com/kelsac.nl/?ref=bookmarks.
2 Reacties
|