Stel je eens voor, je ontmoet iemand. Je hebt een paar keer afgesproken en dan...moet je iets vertellen waar je niet trots op bent. Iets uit je verleden, iets waar je je voor schaamt. Iets waar pillen op je nachtkastje voor nodig zijn. Hoe vertel je iemand dat je te kampen hebt gehad met meerdere psychoses? Dit is maar een enkel voorbeeld van leven met een psychiatrische stoornis. Je hebt het, soms kan je dagen vooruit en soms kan je er niet onderuit. Het is hoe dan ook een deel van jezelf waar je mee om moet leren gaan. Ook als iemand je leert kennen. Maar moet iemand je wel leren kennen aan de hand van een labeltje of een pil die je ’s avonds slikt? Heeft een psychiatrische stoornis invloed op je identiteit? Wil ik wel het meisje met een stoornis zijn? Of heb ik gewoon de onjuiste verhouding dopamine en endorfine in mijn hersenen? Psychose en antipsychose Laat ik eerst proberen uit te leggen wat een psychose precies is. Een psychose is een toestand waarbij iemands contact met de werkelijkheid ernstig verstoord is. Mensen in een psychose leven in hun eigen werkelijkheid. Ze zien beelden of horen stemmen die er voor anderen niet zijn. Of iemand is ervan overtuigd dat hij achtervolgd wordt. Je kan het een beetje vergelijken met een niet ophoudende “ bad trip”. Mensen kunnen dingen zien die er niet zijn, leggen verbanden in complottheorieën en horen soms stemmen. Veelal is dit te genezen door middel van medicatie (antipsychotica [1]) en een opname zoals dat helaas soms nodig is. Antipsychotica zijn een licht dempende middelen die er voor zorgt dat je weer goed gaat slapen en minder last hebt van wanen en of stemmen. Er zijn veel discussies rondom medicijnen. Het lastige van de antipsychotica, naast andere psychiatrische medicatie, is dat ze op ruim iedereen een andere werking hebben en ze veel bijwerkingen [2] hebben. Veel gezoek dus naar de juiste medicatie en de juiste hoeveelheid. Veelal moet je dat dan voor lief hebben, want ziek worden wil je niet nog een keer. Die stap, het accepteren dat je medicatie nodig hebt - dat koste mij veel moeite. Het lijkt mij heel moeilijk voor te stellen om een psychose te hebben. Het moeilijke zit hem erin dat het per persoon sterk verschilt in symptomen, gedrag en herstel(tijd). Ik zal je mijn verhaal vertellen vanaf het begin. Nachtmerrie in Budapest Bij mij begon het vijf jaar geleden, ik was net aangenomen op de toneelacademie in Maastricht, had leuke vrienden, een leuk vriendje en een hele leuke zomer. Tot dat ik op een festival in Budapest mijn tent niet meer uit durfde. Het werd een nachtmerrie. Mensen dachten dat ik teveel had geblowd en dat het vanzelf over zou gaan. Maar dat ging het helaas niet. Mijn moeder moest me zelfs opkomen halen uit Budapest. Daarna volgde in Nederland een opname in een gesloten afdeling. Ik had mijn lievelingscowboylaarzen aan, maar het einde van die weken heb ik ze weg moeten gooien. De zool was scheef versleten van het heen en weer lopen op de lange witte gang van het ziekenhuis waar alle deuren op slot zitten. Ik snapte niet waarom ik daar zat en de psychose won een tijdje van mezelf. Gelukkig herstelde ik vrij snel; de medicatie ging uiteindelijk werken. Die wilde ik eerst niet, maar men legde mij uit dat als je die niet neemt je er nog langer blijven moet. Tja, ik zat daar al verplicht dus ik moest wel mee werken. Na een tijdje krijg je vrijheden om te laten zien dat je het kan, alleen naar buiten, alleen dingen durven. De bedoeling van de opname is dat je in een rustige omgeving kan wennen aan medicatie en dat je aan zo weinig mogelijk prikkels wordt blootgesteld. Het word even allemaal van je overgenomen omdat je het simpelweg zelf niet meer kan doen. Ik kon ook niet meer thuis bij mijn moeder functioneren omdat ik zo bang was voor alles dat ik alleen nog maar onder mijn bed lag met de gordijnen dicht. Bang dat iemand mij iets zou komen aandoen. “Ik kan alleen maar huilen en ik krijg enge pillen. Ik kan ook niet slapen. Ik ben radeloos opzoek naar jou. Ik zie overal mensen die hier misschien iets mee te maken hebben. Ze volgen mij en ik mag van hun niet naar jou toe. Mama komt elke dag langs. Er zijn hier bezoekuren.” Toen ik na een aantal weken rustiger werd en tot bedaren kwam mocht ik eindelijk weer naar huis. Maar het enige wat ik toen kon was op de bank zitten en naar de vogeltjes kijken in het vogelhuisje dat mijn moeder voor mij in de tuin had opgehangen. Dan had ik tenminste iets om naar te kijken. “Pfeiffer” Ik was na mijn eerste psychose iet open over wat er was gebeurd, veelal zei ik dat ik Pfeiffer had gehad en daardoor een tijdje uit de running was. Ik wilde ook geen medicatie want ik was er van overtuigd dat mij dit dus niet nog een keer zou overkomen. Het tegendeel was waar. Na nog geen jaar werd ik weer ziek. Ik had mijn tweede psychose te pakken, mijn tweede opname. Ik had in twee jaar tijd zoveel ziekenhuizen gezien en meerdere opnames gehad. Ik kwam erachter dat ik zo niet verder kon. Ik wilde zo ook niet verder. Ik was alles kwijt, mezelf, mijn toneelopleiding, mijn vriendje en sommige vrienden. Nieuwe cowboylaarzen kon ik ook al niet vinden. Ik wist niet meer wie ik was, waar ik heen wilde. Na al die jaren dingen geprobeerd te hebben, mezelf binnenste buiten gekeerd te hebben tijdens verschillende therapieën, verschillende artsen, verschillende medicatie, heb ik het nu eindelijk! Herstel duurt niet een paar weken. Zoals dat bij gips wel kan, kan dat met hersens helaas nog niet. Er is geen indicatie die jou kan vertellen wanneer je beter bent en blijft. Zo weet ik dat nog steeds niet, het ligt altijd op de loer. Neem nu een cola fles, als je die te hard schud moet je m ook niet ineens open draaien. Om je cola goed in te kunnen schenken moet je even wachten. “That’s all…” Het duurt even wat langer, maar dan heb je echt weer dezelfde cola. Dus met een beetje oefening weet ik dat regelmaat heel belangrijk is, het nemen van medicatie en goed naar jezelf luisteren. Maar vooral jezelf blijven. Leven. Meisje met een stoornis? Ooit zei een arts tegen mij, “je hebt een stoornis, meisje”. Daar ben ik het nog steeds niet mee eens. De benaming dan. Natuurlijk heb ik volgens de DSM een stoornis. Maar dat hoeft nog niet te betekenen dat ik mezelf alleen daar mee moet identificeren. Dat ik niks meer kan. Dat ik voor altijd een patiënt zou blijven. Als ik dat gesprek letterlijk had genomen dan had ik misschien nog steeds op de bank naar het vogelhuisje zitten kijken… Ik ben er van overtuigd dat als je, zoiets als je een psychose of iets anders hebt meegemaakt, je jezelf juist beter leert kennen. Dat je hierdoor juist verder kan met meerdere inzichten van hoe je het niet meer wil. Het is belangrijk dat je mensen om je heen hebt die je helpen weer vooruit te durven kijken. Weer opnieuw een stipje op de horizon te zetten en te denken: daar ga ik naartoe werken. Door het delen van mijn verhalen ben ik sterker geworden, ik ben gaan inzien dat het voor mij meer op een plek valt. Door het schrijven en uitbrengen van mijn eigen boek (MEERMIN, Portretten van mijn Psychose [3]) heb ik het verhaal letterlijk in mijn kast kunnen zetten. Meike Jansen. [1] Voor de medisch geïnteresseerden onder jullie: antipsychotica zijn overwegend dopamine-antagonisten die daarnaast ook in meer of mindere mate receptoren voor serotonine blokkeren (aldus Wikipedia). [2] Net als de meeste andere psychomedicatie is er een enorme variatie aan potentiële bijwerkingen. Een greep uit de groep: spierstijfheid, acathisie, een onvermogen om stil te blijven zitten, tremor en andere ongewenste spiertrekkingen, ingrijpende gedragsveranderingen zoals indifferentie en emotionele vervlakking en afstomping, gewichtstoename en een verminderd reactievermogen. [3] Helaas niet te koop in de grote boekhandels, maar vaak wel daar te bestellen (ISBN 978-94-91446-02-3). Tevens te bestellen via de website van de uitgeverij: https://www.uitgeverijxanten.nl/product/meermin. _
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |