Vorige zomer, toen ik vele mensen in de parken van Belgrado zag zitten en jongens ‘verkleed’ als backpacker uit de trein gezet zag worden en de vele nieuwsberichten over vluchtelingen las, besloot ik dat ik die mensen wilde helpen. Overheden maken het deze mensen juist alleen maar moeilijker om in Europa veiligheid te vinden, dus ik zag in dat hulp van mensen zelf moest komen. Een paar maanden lang heb ik vanuit Nederland geholpen met spullen sorteren, vrijwilligers coördineren en nieuwsbrieven schrijven voor de Hulpkaravaan naar Griekenland [1]. Geen vluchtelingencrisis maar een solidariteitscrisis Ondertussen maakten de facebookberichten van vrijwilligers in Griekenland me steeds verdrietiger. De situatie werd steeds slechter: het was winter en mensen liepen grote afstanden in de kou en moesten in kleine tentjes of in de open lucht slapen. Nadat Hongarije zijn grenzen sloot eind 2015, volgden snel ook andere landen en strandden mensen op de Balkanroute. De controversiële ‘EU-Turkey deal’ werd aangeprijsd als oplossing, maar echte oplossingen en het nemen van verantwoordelijkheid door de EU laat nog op zich wachten. De EU heeft in september 2015 afgesproken om 160.000 mensen vanuit Griekenland en Italië te ‘herplaatsen’ (“relocate”). Tot nu toe is dit pas gebeurd voor 3056 mensen (pas 1.9%!). Tegelijkertijd is de Griekse overheid niet in staat om menswaardige opvang te verzorgen voor mensen die gevlucht zijn voor oorlog en andere misstanden, terwijl ze hier volgens wereldwijde afspraken recht op hebben. Het is heel triest om te zien dat Europese landen er alles aan doen vluchtelingen tegen te houden, terwijl we prima in staat zijn om ze op te vangen. Er is geen vluchtelingencrisis, maar een solidariteitscrisis [2]. Naar Idomeni Ik wilde meer doen dan alleen vanuit Nederland helpen, en vertrok daarom in mei voor 5 weken naar Griekenland. Ik heb ongeveer 4 weken in Idomeni heb geholpen, een onofficieel vluchtelingenkamp direct aan de grens met Macedonië met op dat moment ongeveer 9000 mensen, en nog 10 dagen in een ‘military camp’ (waarover later meer). Het was goed om de mensen te leren kennen waar in het nieuws alleen in cijfers over gesproken wordt. Ik had al een instelling om vluchtelingen te helpen, maar door het echt te doen ervaarde ik pas echt wat solidariteit betekent. Het klinkt heel cliché en ik vind het heel stom dat het nodig is om te zeggen, maar ‘ze’ zijn gewoon mensen zoals jij en ik. Leeftijdsgenoten die hun studie moesten afbreken door de oorlog en vluchten om dienstplicht te ontlopen. Zwangere vrouwen, families met jonge kinderen, ingenieurs, kappers, journalisten. Je merkt ook dat de vrijwilligers die zijn wezen helpen het niet meer hebben over ‘vluchtelingen’ maar altijd over ‘mensen’. In Idomeni verbleven mensen al enkele weken tot 2 maanden. Er waren vooral gezinnen met kinderen. Het viel me op dat in tegenstelling tot de supertrieste berichten die ik las, er ook vrolijkheid te vinden is. De mensen waren allemaal zo vriendelijk en het kamp was ondertussen een soort klein dorpje geworden. Iedereen zegt je gedag met “Hello my friend”, of nodigen je uit in hun tent met “Welcome, welcome”, alle kinderen willen met je spelen of knuffelen en roepen “I love you”. Er wordt je eten aangeboden en je kunt heerlijke falafelwraps kopen voor 1 euro. Zelfs al ben je een vluchteling met een smartphone... Toch was ik vooral erg stil van wat ik daar zag. De kapotte maar soms ook hele innovatief aan elkaar geknoopte tenten in de modder, vlak langs een lang prikkeldraadhek en ME-bussen die het spoor blokkeren, met op de achtergrond prachtige bergen en velden. Er waren verschillende grote organisaties aanwezig (MSF, UNHCR) en veel kleine organisaties en ‘independent volunteers’. De mensen hadden ondertussen begrepen dat de grens niet meer open zou gaan. Maar een andere plek om naartoe te gaan hadden ze niet, dus was wachten het enige wat overbleef. Wachten in de rij voor eten, wachten op informatie. Wachten op de ontruiming die er een keer aan zat te komen, al wist niemand wanneer. Alle mensen die de reis naar Europa hebben gemaakt, hadden ooit wat geld, maar nu was het bij de meesten opgeraakt. Het enige wat mensen konden doen was het asielproces beginnen, maar dat moest via een ‘Skype-call’ waarvoor je een smartphone en een internetverbinding nodig had. Er waren VIJF medewerkers die de skype-calls beantwoordden, voor duizenden vluchtelingen. Niet meer dan 40 mensen kregen daadwerkelijk iemand te spreken per dag. Hummus Rights Ik sloot me aan bij het Hummus Rights project, waar ik heb geholpen met klaarmaken van de etenspakketjes en het bewaken van de vrouwenrij tijdens de distributie. Het platte brood met een tomaat, een ei en sinaasappel was erg populair en één van de enige maaltijden die ’s ochtends al werden uitgedeeld, te bewaren is en te combineren hoe men zelf wil. Drie uur van te voren stonden mensen al klaar om vooraan in de rij te staan en sommige mensen en vooral kinderen probeerden voor te dringen. Het zorgen voor een ordelijke rij was dan ook niet heel gemakkelijk...Er was een groot team van ‘refugee volunteers’ en ‘gewone/Europese vrijwilligers’ om het in goede banen te leiden. Theekransje met 2000 mensen Verder heb ik de coördinatie van een ‘chai tent’ overgenomen, waar sinds 5 weken elke avond thee werd uitgedeeld aan tot wel 2000 mensen. Mensen keken er erg naar uit, want chai is cultureel belangrijk en er was een gezellige sfeer. Ik nam elke dag m’n boxjes mee waar de jongens hun muziek op afspeelden. Het was een superleuk team van Syrische jongens tussen de 20 en 30, die alles klaarzetten en thee inschonken, een superlieve vader van drie kinderen die de thee brouwde, de Zwitserse meiden die de benodigdheden kochten en naar het kamp reden en soms nog andere vrijwilligers die hielpen met uitdelen. Gezelligheid bij de chai tent in Idomeni (gezichten onherkenbaar gemaakt van personen die ik niet kon vragen of het ok was de foto te gebruiken) Exit vrijwilligers, journalisten en vluchtelingen Op een gegeven moment maakte de politie het vrijwilligers steeds moeilijker om te helpen in het kamp. We werden sowieso elke dag om onze paspoorten gevraagd, waarna onze gegevens werden genoteerd. Soms vroegen ze nog wat we gingen doen en bij welke organisatie we hoorden. Soms mochten we het kamp niet in of kwamen we zelfs niet meer over de brug die 1 km van het kamp verwijderd was, elke keer om een andere reden. Soms mochten we het busje buiten het kamp parkeren en de spullen het kamp indragen. Soms mochten we alleen lopend zonder spullen het kamp in. De volgende dag waren ze soms weer supervriendelijk en konden we gewoon doorrijden of wezen ze ons op de onofficiële weg...Er was nog een ‘dirt road’ waar meestal geen politie stond en die konden gebruiken, totdat de politie hem gebarricadeerd had. Helaas kon ik soms dus niet het kamp inkomen om de chai te doen. Dan vroegen de mensen: “chai?” En moest ik antwoorden “mafi chai…boekra inshallah…” –“geen chai…hopelijk morgen…” Eind mei werden vrijwilligers en journalisten helemaal geweerd en begon de ontruiming. Achtergelaten tenten en spullen werden gebulldozerd. Ik heb een paar dagen later nog met een groepje mensen een paar bruikbare dure UNHCR-tenten kunnen redden. Mensen moesten in bussen stappen om naar de ‘military camps’ (officiële kampen) gebracht te worden, zonder dat ze wisten naar welk kamp ze zouden gaan. Sommige mensen besloten niet in te stappen, omdat de geruchten gingen dat de military camps nog slechter waren dan Idomeni en vooral omdat mensen bang zijn om vergeten te worden in die military camps. Er worden daar namelijk geen journalisten en weinig vrijwilligers toegelaten. De kampen Het verschilt per kamp hoe het leger omgaat met vrijwilligers en hoe de omstandigheden zijn. Maar voor alle kampen geldt zo’n beetje dat ze zich buiten loopafstand van de stad bevinden, vaak midden op een industrieterrein en bijvoorbeeld in een oude vieze industrieloods, of staan de tenten buiten in de volle zon. Het eten ‘wisselt af’ tussen aardappelen, pasta en rijst zonder groenten. Er zijn te weinig douches en te weinig warm water, smerige dixies, verschrikkelijk veel muggen en er is niks te doen. In sommige kampen wordt de situatie verbeterd door aanwezige vrijwilligers, zoals bijvoorbeeld in Sindos-Karamanlis waar ik 10 dagen heb geholpen. Swisscross doet daar fantastisch werk: het levert extra eten en drinken, houdt de chai tent draaiende, heeft een schooltje opgestart, faciliteert initiatieven van de mensen zoals een naaiatelier en neemt mensen mee naar het strand. 1500 mensen, 1 douche Maar in andere kampen zijn de omstandigheden echt verschrikkelijk...Ahmad, een vriend van mij, verblijft in een kamp waar veel problemen zijn. Er leven 1500 mensen en er is maar 1 werkende douche. Er zijn geen aparte wc’s of wasplekken voor vrouwen en kinderen waardoor die ’s avonds niet naar de wc durven. Een paar weken geleden is een 18-jarig meisje bezweken aan de hitte en gebrek aan medische hulp. Laatst waren mensen ziek geworden van het eten en sindsdien is er een hongerstaking gaande. Ondanks de verschrikkelijke situatie in zijn kamp probeert Ahmad positief te blijven. Zijn vrolijke lach gaf hem in Idomeni de bijnaam ‘Smiling Ahmad’. Om zichzelf bezig te houden, anderen te helpen en om werkervaring en connecties op te doen voor toekomstig werk, helpt Ahmad zoveel hij kan met de aanwezige vrijwilligers. In Idomeni hielp hij ’s sochtends met de hummus distribution, leerde hij ’s middags Engels, Duits en Spaans in het culturele centrum en hielp hij ’s avonds bij de chai tent. Ahmad, hoe kan ik helpen? Ik heb nog regelmatig met hem en andere vrienden (vluchtelingen) contact via Whatsapp en Facebook. Laatst vroeg ik hem wat ik het best kan doen om te helpen, vanuit thuis of als ik terug ga naar Griekenland. Hij antwoordde dat het al genoeg is als ik er gewoon ben, hij mist me. Ook vindt hij het een goed idee om bewustzijn te vergroten en persoonlijke verhalen te delen van de mensen die vastzitten in Griekenland. Ik zal daar binnenkort mee beginnen onder de nieuw opgerichte vrijwilligersorganisatie van een vriend: “Everyday, just a smile” (https://www.facebook.com/everydayjustasmile, https://everydayjustasmile.com). HELP. Ik mis ook alle mensen daar en ga in oktober terug om onder andere onder met die organisatie te werken. Als je mensen direct wilt helpen, kun je geld overmaken naar het IBAN nummer van “Everday, just a smile” of contact met mij opnemen voor mijn rekeningnummer. Ik zal er voor zorgen dat er gekocht wordt wat er op dat moment het meest nodig is - bijvoorbeeld groente, schoolspullen, speelgoed, hygieneproducten of kookplaten. Daarnaast zijn vrienden in Thessaloniki bezig met een geweldig project om woningen en hulp te bieden aan kwetsbare mensen, zodat ze weg kunnen uit de kampen. Ik hoop ook met hun project mee te kunnen werken zodra ze het echt kunnen gaan opstarten (https://www.youcaring.com/the-most-vulnerable-refugees-in-northern-greece-619523, http://filoxenia-intl.org). Zelf iets doen, vanuit Griekenland of Nederland? Als je ook wilt helpen in Griekenland, check www.greecevol.info en https://www.facebook.com/groups/greecevolinfopoint of neem contact met mij op ([email protected]). Als je iets vanuit Nederland wilt doen, kun je mensen in je omgeving bewust maken van de situatie, petities tekenen, meedoen aan demonstraties en zelf politici benaderen, meedoen aan solidariteitsacties, vluchtelingen in je buurt helpen of gewoon een praatje mee maken. Om op de hoogte te blijven van de situatie volg https://www.facebook.com/areyousyrious. Linda Knoester Uitje naar de kust van Thessaloniki. V.l.n.r.: Mohammed, één van de coordinatoren van Hummus Rights project en momenteel werkzaam bij Filoxenia- perfect Engels sprekende IT-nerd/workaholic uit Gaza (Palestina), Ahmed beautiful eyes - student Tourisme uit Hama (Syrië), ik - afgestudeerd milieuwetenschapper uit Leiden (Nederland), Tarek – coördinator van de chai tent in Sindos camp (Palestijns, geboren in Syrië), Smiling Ahmad - student Journalistiek (uit Damascus, Syrië) [1] De Hulpkaravaan naar Griekenland is een stichting die hulpgoederen inzamelde in Nederland en België en die naar vluchtelingen in Griekenland heeft gestuurd, in nauwe samenwerking met lokale vrijwilligersinitiatieven. Meer informatie: www.hulpkaravaangriekenland.nl.
[2] Het aantal asielzoekers is helemaal niet zo groot in vergelijking tot de Europese bevolking (aantal asielzoekers per jaar is 0.0026% van de Europese bevolking). De 6 rijkste landen ter wereld bieden samen maar aan 9% van alle vluchtelingen asiel. De helft van de wereldwijde vluchtelingen (12 miljoen mensen) worden opgevangen in Turkije, Jordanië, bezet Palestijns gebied, Pakistan, Libanon en Zuid Afrika (https://www.oxfam.org/sites/www.oxfam.org/files/file_attachments/mb-a-poor-welcome-refugees-180716-en_0.pdf).
3 Reacties
27/8/2016 10:42:42
Hi Linda, dank voor je betrokken en aansprekende verhaal, ik hoop dat het heel veel mensen zal bereiken! Vanuit mijn eigen ervaringen als onafhankelijk vrijwilliger in het army camp in Alexandreia (in de buurt van Thessaloniki) kan ik het zo onderschrijven. Ik was daar in april/mei en heb me aangesloten bij Refugee Support Greece, ook zo'n kleine organisatie die samen met vluchtelingen het leven in het kamp wat leefbaarder probeert te maken. Veel succes met je werk!
Antwoord
Linda
27/8/2016 11:20:41
Bedankt Corry! Goed dat je ook bent geweest. Voel je vrij om mijn verhaal te delen als je wil. Heb jij ook iets geschreven over je ervaringen?
Antwoord
Linda Knoester
15/9/2016 12:19:35
Hallo geïnteresseerden!
Antwoord
Laat een antwoord achter. |